Vossenlintworm, longworm en hartworm

Veel baasjes zien België en Duitsland allang niet meer als buitenland. Het is echter wel belangrijk om te weten dat er verschillen zijn tussen landen en de wormen die er voorkomen.

En kom je in Zuid-Limburg, Oost-Groningen, de Veluwe of Den Haag met je hond, dan is het extra oppassen voor wormbesmettingen! Het is verstandig om daar de parasietenbestrijding op aan te passen.

Want een keer per kwartaal ontwormen is voor de meeste honden eigenlijk niet meer voldoende, nu steeds meer wormen grenzen overschrijden.

In Nederland behandelen de meeste hondenbaasjes hun dieren tegen wormen, vlooien en teken. Dat lijkt duidelijk en overzichtelijk, maar niets is minder waar. Het aantal teken in Nederland wordt elk jaar groter en we kijken met argusogen naar besmettelijke ziekten die parasieten meebrengen vanuit het buitenland.

De laatste jaren komen er steeds meer meldingen binnen over buitenlandse wormen die zich in Nederland vestigen. Het is dus van belang dat hondenbaasjes de juiste voorlichting krijgen over de bestrijding van deze parasieten. Gewoon kiezen voor het goedkoopste wormenmiddel en een standaard behandelprotocol aanhouden is allang niet meer voldoende.

Van vos naar hond en mens

De vossenlintworm, Echinococcus multilocularis, komt al jarenlang voor bij vossen in grote delen van Europa. In landen als Denemarken, Duitsland, België, Oostenrijk en Zwitserland lopen ook honden risico om deze parasiet op te lopen.

In Nederland is de worm in 1997 aangetoond in ontlasting van vossen in Zuid-Limburg en Oost-Groningen. Sindsdien is duidelijk dat deze worm zich hier blijvend heeft gevestigd. Hoewel vaak als richtlijn wordt aangehouden dat honden minimaal vier keer per jaar ontwormd moeten worden, is een extra ontworming niet verkeerd om besmetting voor te zijn.

Honden die naar bovengenoemde gebieden en landen zijn geweest, mogen bij thuiskomst een keer extra ontwormd worden met een middel als Profender of Milpro.

De vossenlintworm vormt ook een probleem voor de eigenaar van de hond. Het is namelijk een zoönose. Het lastige is dat een besmetting pas jaren later wordt opgemerkt. Een besmette hond die in de tuin poept laat daar eitjes achter.

longworm hartworm
vos vangt muis

Ook kunnen de eitjes achterblijven in de vacht. De worm tast de lever en andere organen aan. Mensen die besmet zijn hebben daar echter jarenlang geen last van. Pas wanneer de aantasting hevig is komt dit aan de oppervlakte, maar maakt dat behandelen van de worm weinig effectief meer is.

Regelmatig ontwormen van de hond is dus ook  belangrijk om het baasje gezond te houden.

In de escargot

Verder naar het Zuiden van Europa vormt een andere worm een probleem. Angiostrongylus vasorum, de Franse hartworm is net iets anders dan de hartworm die voorkomt in landen rond de Middelandse zee (zie onder). Deze worm wordt overgebracht door de slak, de naaktslak en de bruine kikker. Veel slakken voeden zich met ontlasting van dieren.

Ook in dit geval zijn het vooral vossen die in hun ontlasting larfjes van de worm uitscheiden waarmee de slak zich besmet. In de slak, maar ook in de bruine kikker, ontwikkelt het larfje zich verder waardoor deze besmettelijk wordt. Een vos of hond, maar ook de kat wordt genoemd, die een besmette slak of kikker eet krijgt de larfjes binnen. De larven kruipen door de darmwand heen en komen in de bloedbaan terecht.

Ze ontwikkelen zich tot een volwassen worm die blijft hangen in de longslagader en soms in de rechterzijde van het hart. De volwassen wormen leggen eitjes die snel vastlopen in de haarvaatjes van de longen. Daar komt het larfje uit en baant zich een weg door het longweefsel. Vervolgens wordt het met slijm opgehoest en doorgeslikt. Eenmaal in de darm vervolgt de larve samen met de ontlasting zijn weg naar buiten.

naaktslak

Gebieden waar de Franse hartworm voorkomt zijn nauwelijks constant. Dit heeft te maken met het verspreidingsgebied van de slak. Waar de parasiet eerst in Frankrijk werd aangetoond zijn er nu ook elders in Europa gebieden waar de worm zich heeft gevestigd. Besmettingshaarden zijn gevonden in Duitsland, Denemarken, Oostenrijk, Italië en Spanje.

In 2008 werden de wormen ook aangetoond bij vossen en slakken op de Veluwe en in de regio Den Haag. Hoe de wormen in Nederland terechtkwamen is moeilijk te zeggen. Mogelijk zijn ze meegenomen door honden tijdens een reis naar het buitenland. Typisch is dat er in België nog geen gebieden zijn gevonden met besmette slakken of vossen. Dit kan tevens te maken hebben met een gebrek aan onderzoek.

longworm hartworm hond

Het meest verstandige is om besmetting met Franse hartworm te voorkomen. Dat begint met voorkomen dat honden en katten slakken en kikkers eten. Aangezien de larfjes ook in de slijmsporen van de slak kunnen zitten is dit niet altijd te voorkomen. Daarnaast kunnen we ontwormingsmiddelen inzetten om een besmetting voor te zijn, in het geval de hond of kat toch een slak eet of in aanraking komt met de slijmsporen.

Pipetten met Advocate hebben bij een maandelijkse toediening een preventieve werking op de besmetting. Ontwormingstabletten tegen de Franse hartworm zouden in de ideale situatie echter wekelijks moeten worden toegediend om besmetting te voorkomen. Ook voor de behandeling van de ziekte wordt een dergelijk stringent schema met tabletten aangeraden. In de zomer raden we echter aan om honden en katten  maandelijks te behandelen met een ontwormingsmiddel.

Nog meer naar het zuiden

Wie zijn hond meeneemt naar de warmste landen van Europa krijgt ook nog te maken met de een andere hartworm die in het Latijns met Dirofilaria immitis wordt aangeduid. Een worm waar de kat nauwelijks last van schijnt te hebben.

Deze worm heeft net als de Franse hartworm een andere diersoort nodig om de hond te besmetten. Larven van de hartworm ontwikkelen zich in een mug tot een besmettelijke larve. Wanneer een hond wordt gebeten door deze mug laat deze een kleine hoeveelheid speeksel achter in de huid. Dat speeksel bevat de larfjes die zich in de daaropvolgende weken in de huid verder ontwikkelen.

Daarna verspreiden de larven zich door het lichaam. Het duurt echter tot enkele maanden na de oorspronkelijke infectie totdat de larven in staat zijn om de bloedbaan binnen te dringen. Daar lopen ze vast in de longslagader waar ze volledig uitgroeien tot volwassen wormen.

longworm hartworm

Pas wanneer er zowel een vrouwelijke als mannelijke een worm in de slagader aanwezig zijn kan nageslacht worden verwekt. De kleine larfjes die volgen blijven jarenlang in de bloedbaan aanwezig, wachtend om door een mug te worden opgezogen, op zoek naar een nieuw slachtoffer.

longworm en hartworm kaart Europa

Het aantal besmettingen met hartworm valt binnen Europa mee. Zeker in vergelijking met een ziekte als leishmania die op bijna vergelijkbare wijze door het zandvliegje wordt overgebracht. Dat heeft voornamelijk te maken met de complexe cyclus van de worm. Het aantal muggen wordt zeer sterk beïnvloed door de weersomstandigheden.

Daarnaast ontwikkelen de larven zich alleen bij hoge omgevingstemperaturen tot mug. Het hoogseizoen van de hartworm wordt hierdoor beperkt tot de periode tussen april en november. Een muggenbeet voorkomen is het meest verstandige. Zo wordt het afgeraden om met honden te gaan wandelen in de perioden dat de meeste muggen actief zijn, voornamelijk in de schemering. Honden kunnen behandeld worden met producten die muggen afweren door hun ‘geur’ om zo een beet te voorkomen. Ook hartwormen kun je voorkomen door ontwormingsmiddelen te gebruiken.

Het protocol is iets eenvoudiger dan bij de Franse hartworm. Zowel de pipetten als de tabletten voorkomen een besmetting wanneer ze maandelijks worden toegediend. Aangeraden wordt om een maand voor de reis te starten met de medicatie en door te gaan tot een maand na thuiskomst.