De twee belangrijkste wormen bij hond en kat zijn de spoelworm en de lintworm. Jonge dieren worden in de baarmoeder of via de moedermelk met spoelwormen besmet. Oudere dieren besmetten zich tijdens het wandelen of likken van de poten. Ze krijgen op die manier wormeieren binnen. Uit die wormeieren komt een larve. De larve van de spoelworm graaft zich door de darmwand heen naar de bloedbaan. Van daaruit belanden de meese larfjes in de longen, waar ze uitgroeien tot een worm. Deze wordt door ophoesten weer doorgeslikt om uiteindelijk als volwassen worm in de darm terecht te komen. Er kunnen echter larven in andere organen terecht komen en daar in een ruststand gaan.
Spoelwormen komen bij alle dieren voor. Honden en katten worden er regelmatig mee besmet. Haakwormen en zweepwormen zijn iets minder voorkomend, maar besmetting vindt vooral plaats op plekken waar veel dieren bij elkaar komen zoals de kennel. Ook bij zwerfkatten worden deze wormen regelmatig gevonden. De vossenlintworm wordt voornamelijk in landen ten oosten van ons voor, maar ook in Limburg en Groningen worden eitjes van deze worm gevonden.
Wormen zijn op twee manieren te bestrijden, met een tablet of een pipet. De Profender tabletten zijn uitermate geschikt om bij de hond spoelwormen en lintwormen te bestrijden. Voor de kat kiezen we liever voor een Profender pipet, want druppels in de nek zijn eenvoudiger toe te dienen dan een wormtablet. Volwassen dieren dienen elke 3 maanden te worden ontwormd. Voor pups en kitten geldt een uitgebreid ontwormingschema.
- Behandeling Hond vanaf 6 maanden leeftijd: elke 3 maanden een Profender tablet
- Behandeling Kat vanaf 6 maanden leeftijd: elke 3 maanden een Profender pipet